Onderzoek Bloem blijft maar door mijn hoofd malen. Vragen stapelen zich op en versterken elkaar in hun roep om antwoorden. Voor antwoorden is het nog te vroeg. Een onderzoeksjournalist begint namelijk met: bronnen. En om bronnen te zoeken, is er eerst een hypothese, of onderzoeksvraag nodig. Ik stel een hypothese op, waarbij ik uitga van wat er in het ergste geval aan de hand kan zijn. Zo giet ik mijn waaromvraag in een bruikbare stelling waar ik bronnen bij zoek.
Archiefonderzoek
De eerste plaats waar mijn zoektocht naar bronnen mij brengt, is het archief. Hier zoek ik vooral naar primaire bronnen. Dat zijn bronnen met informatie uit de eerste hand. Eenmaal binnen wacht mij een warm onthaal bij de receptie. Ik ben er voor het eerst, dus schrijft de receptioniste mij in. Terwijl ik op mijn pasje wacht, krijg ik een kopje koffie van de archivaris. De koffie is nog heet wanneer mijn pasje overhandigd wordt en ik kan aan de slag.
Paperassen
Ik had mij thuis al voorbereid door op internet de nodige archiefstukken en hun nummers op te sporen. Deze nummers kan ik nu snel invoeren in de centrale computer en even later brengt de archivaris mij de opgevraagde dossiers. Drie dikke mappen met paperassen houden mij de volgende uren in hun greep.
Ik verwacht onbegrijpelijke en onduidelijke documenten aan te treffen. Niets blijkt minder waar. De dossiers bevatten duidelijke en treffende informatie. Het grootste deel daarvan is uit de eerste hand. Ook vind ik veel verwijzingen naar andere bronnen.
Opvallende afwezigheid
Toch valt het mij op dat het belangrijkste document aan één van de dossiers ontbreekt. Ik besluit mijn zoekvraag uit te breiden door soortgelijke dossiers op te vragen. Misschien is het hier per ongeluk in terecht gekomen? Opnieuw krijg ik drie dikke dossiers voor mijn kiezen. Na lang speuren weet ik dat het document ook hier niet tussen zit.
“Is er een andere plaats waar ik dat kan vinden?” vraag ik de archivaris. “Hier niet in ieder geval, u heeft alle dossiers over dit onderwerp al bekeken,” antwoordt hij. “Is er ergens anders nog een archief waar het misschien kan liggen?” “Nee, als het ergens moet liggen, is het hier.” “Maar hier ligt het niet.” De archivaris kijkt me scherp aan. “Dan is het mogelijk ‘kwijtgeraakt’.” Bij het uitspreken van het laatste woord maakt hij met zijn vingers aanhalingstekens in de lucht.
“Soms wil men niet dat iets gevonden wordt,” voegt hij daar nog aan toe.
Gewapend met deze veronderstelling en de feiten die ik wel in de dossiers aantrof, rijd ik huiswaarts. Daar kan ik alles nog eens rustig bekijken, want ik heb de documenten op de foto gezet. Onderzoek Bloem is in volle gang…
photo credit: Bunches and Bits {Karina} via photopin cc