Klokkenluiders en anonieme tipgevers, het klink allemaal heel vanzelfsprekend, maar laten we eerlijk zijn: niet op elke straathoek staat een Deep Throat klaar met onthullende adviezen. Hoe kom je als onderzoeksjournalist dan aan een idee voor een geschikt onderwerp?
Nieuwsgierig en wantrouwend
Je zoekt een onderwerp dat onthullend is en waar diepgravend onderzoek voor nodig is, want dat is zo’n beetje waar onderzoeksjournalistiek aan moet voldoen. Door bijvoorbeeld nieuwsgierig en wantrouwend naar nieuws te kijken, doe je al heel wat ideeën op. Bij het lezen van een stukje in de krant kun je denken: wat betekent dit en wat zit hier achter?
Conflicten
Daarnaast houd je je oren en ogen goed open, want in je eigen omgeving zijn ook onderwerpen te vinden. Sta je op een vroege zaterdagmorgen langs de lijn van het voetbalveld? Daar vang je van alles op, net als bij vele dagelijkse situaties waarbij mensen conflicten hebben met de overheid en/of het bedrijfsleven. Door je omgeving nieuwsgierig en wantrouwend gade te slaan, zie je al snel een onderwerp verschijnen.
De moeite waard
Diepgravend onderzoek vraagt veel tijd. Je moet je dan wel afvragen of de eventuele onthulling die je met het onderwerp bloot wil leggen al die moeite waard is. Tijdens één van mijn eerste colleges Onderzoeksjournalistiek aan Hogeschool Windesheim leerde ik van docent Willem de Haan de 4 O’s kennen. Deze helpen je bij het bepalen of een onderwerp de moeite waard is:
- onwettigheid (het gaat om een regel die is overtreden);
- onwaarheid (er zijn onwaarheden verteld);
- ondeskundigheid (iemand doet zich als deskundige voor, maar is dat niet. Bijvoorbeeld een arts die eigenlijk geen arts is en dus onbevoegd is om diagnoses te stellen);
- onrechtvaardigheid (hier gaat het meer om een moreel oordeel, het voelt als groot onrecht ook al is het wettelijk gezien niet verkeerd).
Voldoet je diepgravende en onthullende onderwerp aan één of meer van de 4 O’s? Dan heb je een onderzoeksjournalistiek onderwerp te pakken waar je mee aan de slag kunt gaan.
photo credit: Hans J. Hansen via photopin cc