Datajournalistiek is werken met cijfertjes. Dat maakt de meeste journalisten een beetje nerveus. Wat is eigenlijk het belang van data in de journalistiek? Wat betekent het voor de onderzoeksjournalistiek? Jelle Kamsma is de man bij uitstek om deze vragen te beantwoorden. Jelle ging aan de slag bij NU.nl en was daarmee de eerste fulltime datajournalist in Nederland. Daarnaast is hij mede-oprichter van LocalFocus, de datajournalistieke nieuwsdienst voor regionale media.
Wat is datajournalistiek?
“De term datajournalistiek wordt nog maar sinds een jaar of drie gebruikt. Je kunt wel stellen dat het al veel langer bestond, als computer-assisted reporting en precision journalism. Daarbij benader je data als bron voor nieuwe verhalen, dus kun je dat ook datajournalistiek noemen. Ik zie het nog wel iets breder. Interactieve applicaties waarmee de lezer zelf het nieuws opzoekt, vind ik ook een vorm van datajournalistiek. Dan zit je meer in de servicejournalistiek. Je gebruikt data in de hele nieuwsflow en presenteert dat op een begrijpelijke manier.”
Hoe ben je hier zomaar ingerold?
“Ik heb wel een beetje een beta-achtergrond. Ik wilde eerst werktuigbouwkunde in Delft gaan studeren, maar ben op het laatste moment geswitcht naar de superalfastudie Media & Cultuur. Tijdens mijn master Nieuwe Media kwamen die beta- en alfakant mooi samen. Ik schreef mijn scriptie (en een blog, EV) over het doen van digitaal onderzoek voor onderzoekjournalistiek. Daar zit een betakant aan, want je bent veel met cijfertjes bezig, maar wel met het doel om een verhaal te vertellen.
Mijn scriptie ging dus eigenlijk over datajournalistiek, maar die term was destijds nog nauwelijks in gebruik. Ik omschreef het daarin dan ook met de termen computer-assisted reporting en precision journalism.
Mijn scriptie ging dus eigenlijk over datajournalistiek, maar die term werd nog maar nauwelijks gebruikt.
Net toen ik mijn scriptie had afgeschreven, in 2010, kreeg Wikileaks meer bekendheid. Daardoor werd de term datajournalistiek steeds vaker genoemd en redacties wilden daar iets mee doen. Mijn timing was wat dat betreft perfect. Een halfjaar nadat ik mijn scriptie had geschreven kwam er bij NU.nl een vacature voor een datajournalist. Ik had mijn scriptie om mee te zwaaien en te zeggen: “Ik heb hier al een tijd lang over nagedacht.” Dus ja, daarmee had ik een mooie positie. Ik had eigenlijk heel veel mazzel.”
Zo ging je aan het werk als datajournalist bij Nu.nl?
“Ik werd bij NU.nl achter een bureau geschoven en heb mij daar de eerste dag ook wel afgevraagd: oké, ik ben dus datajournalist, wat ga ik nu dan doen? Als voorbeeld had ik wat The Guardian en The New York Times aan datajournalistiek doen. Dat is best hoog gegrepen om je als beginnend journalist aan te meten. Dat werd ook niet meteen van mij verwacht hoor bij NU.nl. Ik kreeg de eerste maanden de ruimte om van alles uit te vogelen.
Oké, ik ben dus datajournalist, wat ga ik nu dan doen?
Zo langzaamaan leerde ik mezelf een aantal technieken die ik kon toepassen op journalistieke verhalen. Dat heeft wel wat tijd nodig gehad en ik groei daar nog steeds in. De ontwikkelingen op dit gebied gaan erg snel. Er zijn inmiddels heel veel online bronnen zo ging jedie je kunt raadplegen als je informatie zoekt. Heel veel tutorials van verschillende tools. In de tijd dat ik bij NU.nl begon, was dat veel minder. Het was een kwestie van zelf uitvogelen. Nu is het iets makkelijker en toegankelijker geworden, ook voor de ‘alfa’-journalist. Je hoeft geen programmeur meer te zijn om je bezig te kunnen houden met datajournalistiek.”
Wat is jouw definitie van onderzoeksjournalistiek?
“Nieuwe feiten ontdekken, waarbij het volgens mij het belangrijkste is dat het zaken zijn die ook een bepaalde impact genereren. Ik denk dat dat een goede maatstaf is voor hoe succesvol een onderzoeksjournalistiek verhaal is. Gebeurt er iets naar aanleiding van dat verhaal? Wordt het beleid veranderd, worden er Kamervragen gesteld? Zorgt het voor discussie in de samenleving? Een hele mooie definitie vind ik ‘journalism is printing what someone else doesn’t want printed. Everything else is public relations’ van George Orwell. Het doel is: je moet iets teweeg brengen.”
Op welke manier komen datajournalistiek en onderzoeksjournalistiek samen?
“Datajournalistiek en onderzoeksjournalistiek komen op verschillende manieren samen. Een mooi voorbeeld is die van een orkaan in Florida. Aan de hand van de data over in welke mate huizen beschadigd waren, kon men achterhalen dat de kwaliteit van de huizen na een bepaald jaar ontzettend verslechterde doordat de bouwcode steeds meer versoepeld werd.
Als mensen niets willen zeggen, kan het met data soms wel lukken.
Soms kun je een verhaal ook op twee manieren vertellen. Door met mensen te praten of door naar de data te kijken. Als mensen van wie je informatie nodig hebt niets willen zeggen, kan het met data soms wel lukken. Onderzoek je bijvoorbeeld in welke mate diplomaten hun boetes betalen, kun je aan diplomaten vragen: “Betalen jullie je boetes?”. Dan zeggen ze: “Waar bemoei jij je mee?”. Je kunt het Ministerie van Buitenlandse Zaken vragen of de boetes worden betaald. Zij willen daar misschien niets over zeggen. Om toch antwoord te krijgen, kun je op zoek gaan naar de data. In dit voorbeeld kun je bij het CJIB een overzicht opvragen van alle boetes die gereden zijn door diplomaten. Dat kun je makkelijk via het kenteken achterhalen. Daarbij vraag je ook welk deel daarvan betaald is. Zo geeft data het antwoord op je vraag, waarbij je de mensen omzeilt. Je hebt dan een goed onderzoeksjournalistiek verhaal dankzij de data.”
Kan een goede onderzoeksjournalistieke productie ook zonder datajournalistiek?
“Je hebt altijd wel data nodig voor een verhaal. Data is een breed begrip: zelfs gesproken interviews kun je data noemen, als je het op een bepaalde manier structureert en er conclusies uithaalt. Zoals wat Philip Meier deed in zijn onderzoek naar de rellen in Detroit. Het onderzoek bestond uit allemaal interviews. Als je dat als data behandelt, kun je er conclusies uit trekken.
Data is een bron, bij onderzoeksjournalistiek moet je alle bronnen gebruiken die voorhanden zijn.
Voor een onderzoeksjournalistiek verhaal zijn anekdotes op zich niet voldoende, want ergens moet je bewijs vinden. Dat kunnen documenten zoals inspectierapporten zijn, dat kunnen datasets zijn, dat kunnen uitgeschreven enquêtes zijn. Dat kun je allemaal als databronnen beschouwen.”
Het maakt de onderzoeksjournalistiek dus beter
“Je moet het zo zien, data is een bron. Je moet bij onderzoeksjournalistiek van alle bronnen gebruikmaken die voorhanden zijn. Infographic designer Alberto Cairo, omschrijft dat op een mooie manier: ‘Anecdote-driven stories not supported by data are worthless. Data-driven stories not illustrated with representative anecdotes are soulless.’ Je hebt dus beide nodig: de menselijke kant en de harde feiten, die gaan hand in hand.”
Kun je een voorbeeld noemen waarbij data de doorslag gaf bij een onthulling?
“Ik heb onderzoek gedaan naar dodelijke verkeersongevallen, waarbij ik wilde weten wat de gevaarlijkste plekken zijn en wat de gevaarlijkste tijdstippen zijn om op de weg te zitten. Ik heb daar een landkaartje van gemaakt waarop je het precies kon aflezen. Dat kaartje is niet meer online, maar vergelijkbaar is deze van Jerry Vermanen.”
In 2013 richtte je samen met Yordi Dam en Erik Willems het bedrijf LocalFocus op. Hiermee ondersteunen jullie lokale regionale media met datajournalistiek. Waarom richten jullie je juist op regionale journalistiek?
“Bij NU.nl verzamelde ik heel veel data waar ik de landelijke trend uithaalde en er een verhaal bij schreef. Vaak had ik het gevoel dat er op regioniveau nog heel veel inzat en dat als we dat op een goede manier aan zouden bieden, het voor de regio meer nieuwe zaken naar boven kon halen. Daarmee ontstond het idee voor LocalFocus.
Wij kunnen de inzichten in data met regionale verslaggevers delen door datasets aan te bieden. Daar schrijven wij een toelichting bij met ideeën over wat journalisten ermee kunnen doen. Zij kunnen er dan mee aan de slag om de menselijke kant erbij te zoeken. Dat is een hele mooie samenwerking.
Vaak heb ik het gevoel dat er op regioniveau nog heel veel inzit.
Daarnaast kun je een onderzoeksproject uitzetten bij verschillende regio’s. Dat kan per regio weer een heel ander verhaal opleveren. Op die manier kun je een onderzoek op verschillende manieren uitserveren, zeg maar.”
Denk je dat op deze manier de lokale onderzoeksjournalistiek wat meer in de lift komt?
“Het kan er een onderdeel van zijn. Het is wel een doel, maar wij spelen daar met LocalFocus een beperkte rol in. Het is niet zo dat je elk schandaal naar boven haalt door puur naar de data te kijken, maar het kan wel helpen om zaken naar boven te halen die ze anders niet hadden gevonden.”